PTSS: slaap als probleem én oplossing

Christa_van_der_HeijdenWaarom slapen mensen met PTSS vaak minder goed? Welke invloed heeft dit op hun dagelijks leven? En wat is er nodig om de slaap te verbeteren? Christa van der Heijden, onderzoeker aan het slaaplab aan de Universiteit van Amsterdam, legt het uit.

1. Wat is PTSS?

PTSS (posttraumatische stressstoornis) is een psychiatrische stoornis die kan ontstaan na een traumatische gebeurtenis. Dat is een ervaring waarbij er kwesties van leven en dood spelen en de persoonlijke integriteit wordt aangetast. Denk aan een ernstig auto-ongeluk, verkrachting of aan trauma’s die zich over een langere periode ontwikkelden, zoals bij mensen die in hun jeugd mishandeld, verwaarloosd of misbruikt zijn. Ongeveer 80% van de mensen maakt in hun leven een traumatische gebeurtenis mee, zo’n 7% ontwikkelt daarna PTSS.

Mensen met PTSS ervaren vaak onvrijwillige herinneringen aan de traumatische gebeurtenis en kunnen last hebben van slaapproblemen. Deze klachten kunnen zo ernstig zijn dat het niet meer lukt om te werken of relaties met dierbaren onder druk komen te staan..

2. Horen slaapproblemen altijd bij PTSS?

Er zijn veel combinaties van symptomen die tot de diagnose PTSS kunnen leiden. Slaapproblemen zijn daarbij geen vereiste, maar veel patiënten hebben er last van. 70-90% van de mensen met PTSS rapporteert slaapproblemen. Verder is PTSS een van de weinige psychiatrische stoornissen waarbij nachtmerries een officieel symptoom zijn. Een ander symptoom van PTSS is hyperarousal: verhoogde waakzaamheid en alertheid, ook ‘s nachts. Ook dit kan slaapklachten veroorzaken, omdat mensen vaak moeite hebben om te ontspannen en in slaap te vallen. Sommige mensen met PTSS zijn bang om te slapen en willen dat bijvoorbeeld niet in bed doen, maar in de woonkamer zodat ze de voordeur in de gaten kunnen houden.

Daarnaast komen ook andere slaapstoornissen vaak voor bij mensen met PTSS (maar deze zijn geen standaard onderdeel van de diagnostiek). Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 63% van de mensen met PTSS een comorbide slaapstoornis heeft. Slapeloosheid (insomnie) bijvoorbeeld, of slaapapneu. Ook periodic limb movement disorder komt relatief veel voor. Mensen schoppen dan in hun slaap met hun benen, zonder dat ze zich daar bewust van zijn.

3. Wat betekent dit voor de kwaliteit van de slaap?

Uit onderzoek blijkt dat mensen met PTSS minder lang slapen, minder diepe slaap hebben en vaker en langer wakker liggen dan mensen zonder PTSS. Hun slaap efficiëntie (hoelang je in bed ligt ten opzichte van hoelang je daadwerkelijk slaapt) is lager dan bij goede slapers. Ook is de tijd van wakker liggen na in slaap te zijn gevallen (wake after sleep onset) verhoogd bij mensen met PTSS. Ook zijn er meer kortdurende verstoringen van de slaap, zogenoemde “arousals”. Over de REM-slaap zijn gemengde bevindingen: een recente meta-analyse toonde aan dat de REM-slaap verminderd is bij mensen met PTSS onder de 30 jaar, maar niet op een leeftijd daarboven. Kortom: de samenstelling van de slaap is anders en de kwantiteit is minder. Ook de kwaliteit van de slaap is lager doordat er minder diepe slaap is en er regelmatig onderbrekingen zijn. Belangrijk, want er is een verband gevonden tussen de ernst van PTSS en de mate van diepe slaap. Hoe minder diepe slaap, hoe ernstiger de PTSS.

4. Waarom is juist die verminderde diepe slaap zo’n probleem?

Diepe slaap is belangrijk voor je lichamelijke en geestelijke gezondheid. Het speelt een rol bij je immuunsysteem, verschillende herstelprocessen en je uitgerust voelen. Verder is slaap in het algemeen belangrijk voor het reguleren van je emoties. Na een paar nachten slecht slapen zijn mensen sowieso vaak prikkelbaarder. Het maakt het dan moeilijker als je ook nog traumatische herinneringen hebt die zich opdringen. Een van de deelnemers aan ons onderzoek die kampt met PTSS, zei tegen me: “Als ik alleen maar goed zou slapen, zou het al de helft schelen.”

5. En klopt dat? Helpt beter slapen om minder last te hebben van PTSS?

Ja, daar lijkt het wel op. Er zijn onderzoeken die laten zien dat slecht slapen samenhangt met ernstigere PTSS-klachten en ook dat slechte slaap een voorspeller kan zijn voor minder effectieve behandeling van PTSS-symptomen. Dit ondersteunt dat slecht slapen samenhangt met meer last hebben van PTSS.  Verder zijn er enkele studies die laten zien dat het verbeteren van slaapkwaliteit samenhangt met een afname van PTSS-klachten overdag. Bovendien kan ik me voorstellen dat mensen die slecht slapen te vermoeid zijn om naar hun behandeling te komen of om de therapie uit te voeren. Verder zou ik denken dat beter slapen kan leiden tot een opwaartse spiraal in plaats van een neerwaartse. Het heeft dus absoluut zin om slaapklachten heel serieus te nemen! De Europese richtlijnen voor insomnie geven nu aan dat zowel psychische klachten als slapeloosheid met eigen therapieën behandeld moeten worden. Dat is een relatief nieuw inzicht. Lang was de mentaliteit dat als we PTSS behandelen, de slapeloosheid zich vanzelf op zou lossen. Ook zag men slapeloosheid slechts als een bijproduct van de PTSS en niet als een probleem an sich.

6. Krijgen patiënten voldoende hulp bij hun slaapklachten?

Ik denk dat dit nog niet altijd het geval is. Zo krijgen veel mensen met slapeloosheidsklachten benzodiazepinen voorgeschreven, maar deze middelen kunnen een verslavende werking hebben en onderdrukken de REM-slaap. Volgens de Europese richtlijnen is cognitieve gedragstherapie voor insomnie (CGTI) de eerste keuze hiervoor. Deze therapie heeft als doel belemmerende slaapgewoontes en gedachten te vervangen door meer gezonde en behulpzame patronen. Dit heeft steun vanuit de literatuur, specifiek voor mensen met PTSS, en het voordeel van deze therapie is dat het geen bijwerkingen heeft zoals slaapmedicatie wel heeft. Bovendien houden de effecten van CGTI ook aan als de behandeling is afgerond, terwijl slaapmedicatie alleen effect heeft zolang je deze inneemt. Soms kan slaapmedicatie kortdurend worden ingezet om een ernstig slaaptekort te stabiliseren maar het is naar mijn idee geen goede lange termijnoplossing. Zeker als er verder geen stappen gemaakt worden om verandering te brengen in de oorzaak van de problemen.

Gelukkig is er steeds meer aandacht voor de nadelen van langdurig gebruik van slaapmedicatie. Daarnaast hebben Prof. Annemieke van Straten, Dr. Jaap Lancee en Dr. Winni Hofman gewerkt aan de online beschikbaarheid van CGTI. Ook doet het team van Prof. Eus van Someren  nu onderzoek naar online beschikbaarheid van CGTI voor mensen die op de wachtlijst staan, zodat ze in afwachting van de overige behandeling alvast aan de slag kunnen met hun slaapklachten.

7. En de zelfslaapzorg van mensen met PTSS, hoe gaat het daarmee?

Heel soms kom je mensen met PTSS tegen die alle slaapadviezen op hun duimpie kennen èn deze slaapadviezen ook allemaal zo goed mogelijk proberen op te volgen. Maar vaker zie ik mensen die niet goed weten hoe ze hun slaap kunnen verbeteren, of die door hun klachten moeite hebben om goed voor zichzelf te zorgen en er geen gat meer in zien. Naar mijn idee is er de afgelopen jaren al iets meer aandacht voor slaapproblemen vanuit de maatschappij, het onderzoeksveld en ook onder behandelaren. Ik hoop dat deze trend zich doorzet zodat patiënten in plaats vannachtstress weer echte nachtrust kunnen ervaren.

➢  Lees ook het interview met Christa over hoe geluidjes tijdens de slaap de behandeling van PTSS kunnen verbeteren.

 

Geschreven door Susanne de Joode, medisch journalist, in opdracht van de NSWO

21 november 2024

Meer artikelen over slaap: