Slaapproblemen krijgen te weinig aandacht binnen de GGZ, vindt slaaponderzoeker Joyce Reesen. Ze worden onvoldoende gediagnosticeerd en niet (of verkeerd) behandeld. Dat belemmert het herstel van de patiënten. Helpt beter slapen herstel van psychische problemen?
De mensen die meedoen aan het onderzoek ‘Betere nachten, betere dagen’ van slaaponderzoeker Joyce Reesen, staan vaak al lang op een wachtlijst om behandeld te worden voor angst- of PTSS klachten. ‘Het meest extreme voorbeeld tot nu toe was een man die al 40 weken op zo’n lijst stond. Hij was dolblij dat hij mee kon doen aan onze studie naar een slaapinterventie,” zegt Joyce Reesen, PhD studente. ‘Dat was in elk geval íets.’ Hoe groot dat ‘iets’ is, en wie erbij gebaat is, en wanneer, onderzoekt zij nu binnen het team Slaap en cognitie van Prof. Eus van Someren. Acht vragen aan Joyce over de opzet, context en verwachtingen van haar onderzoek dat werd beloond met de NSWO Young Talent Fund.
Op wie richten jullie je?
‘Vooral op mensen met angst of PTSS die daarnaast ook slaapproblemen hebben. En dat zijn er veel. De meerderheid van mensen met angst- en posttraumatische stress-gerelateerde stoornissen slaapt helaas slecht, zo blijkt uit onderzoek. Dat staat hun herstel in de weg. Goed slapen is namelijk niet alleen belangrijk om stress, spanning en emoties te verwerken, maar ook om effect te hebben van cognitieve gedragstherapie, een veelgebruikte behandeling bij angst- en PTSS klachten. Hierbij leren mensen om hun gedragingen en cognities te veranderen. En iets nieuws leren, en dat ook kunnen toepassen, lukt veel minder goed als je slaapklachten hebt. Wachtlijsten binnen de geestelijke gezondheid zorg zijn eerder de norm dan de uitzondering, helaas. Wij maken van de nood een deugd, en gebruiken deze periode pragmatisch. We verwachten dat als mensen beter gaan slapen, de behandeling voor hun klachten korter kan duren. Ons onderzoek is in veel opzichten uniek. Niet eerder is er wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd bij slechte slapers die wachten op behandeling voor angst- en PTSS klachten’.
Is dergelijk onderzoek al wel eerder uitgevoerd bij andere psychische problemen?
‘Ja, een collega heeft soort gelijk onderzoek gedaan bij depressie. Daar zijn heel mooie resultaten uit gekomen: het verbeteren van slaap helpt het ontwikkelen van een depressie voorkomen. Overigens hebben mensen met angst- en stressklachten vaak óók last van depressieve- of andere psychische klachten. In ons onderzoek kijken we daarom naar ál deze klachten. Wij zijn de een van de weinige onderzoeksgroepen die dergelijk ‘transdiagnostisch’ onderzoek uitvoeren.’
Hoeveel mensen kunnen meedoen aan jullie onderzoek?
‘In totaal hebben we 576 mensen nodig, verdeeld over verschillende groepen. We includeren niet alleen mensen die op een wachtlijst staan, maar ook mensen die nog geen hulp hebben gezocht – en alles daartussenin. Ook dat is nieuw aan ons onderzoek. Zo kunnen we heel gedetailleerd het soort klachten, de gradatie, en het zorgniveau nagaan. We zoeken nog flink wat deelnemers die op de wachtlijst staan voor een basis- of specialistische GGZ behandeling voor angst of PTSS’.
Hoe kunnen mensen zich aanmelden?
‘Slecht slapende mensen die doorverwezen zijn naar de basis- of specialistische GGZ lezen in de folder of op het slaapregister.nl/beter over ons onderzoek en vullen een vragenlijst in die uitvraagt of ze mogelijk geschikt zijn voor onderzoekdeelname.
Wat gebeurt er na aanmelding?
‘Alle deelnemers houden met online vragenlijsten en dagboekjes hun slaap en klachten bij. Ook kunnen ze met een hoofdband hun slaap-EEG meten. Gewoon thuis, in hun eigen bed. Metingen vinden in het begin plaats, en dan nog eens na twee en acht maanden. De onderzoeksgroep wordt in twee helften verdeeld, door loting. De ene helft volgt vijf weken lang een onlineslaapmodule. Iedere week krijgen de deelnemers informatie over slaap en huiswerkopdrachten om beter te slapen, onder digitale begeleiding van een professional. De andere helft houdt alleen de slaap en klachten bij, en kan aan het einde van de studie alsnog de module volgen’.
Hoe ervaren mensen de slaapmodule?
‘De eerste huiswerkopdrachten in de slaapmodule vinden sommige deelnemers lastig. Toch zijn mensen vaak enorm gemotiveerd want ze weten dat doorzetten loont. Ze kampen vaak al zo lang met slaapklachten problemen en willen er alles aan doen om zich beter te voelen. Het is mooi om deelnemers in deze periode te mogen begeleiden. Een van hen is ’s avonds, voordat ze naar bed gaat, een trui aan het breien voor haar kleindochter. Iedere keer dat ze inlogt, stuurt ze me een foto daarvan. Zo leuk!’
Waarom is er eigenlijk nog zo weinig aandacht voor slaap in de GGZ?
‘Oh, ik vind het echt een gemiste kans dat het diagnosticeren en behandelen van slapeloosheid geen standaard onderdeel is binnen de GGZ. Slaapklachten worden denk ik gezien als iets ‘dat er nu eenmaal bij hoort’. En als insomnie behandeld wordt, gaat dat vaak niet goed. Zorgverleners bieden vaak slaapmedicatie aan, zo blijkt uit onderzoek. En veel van hen zijn niet getraind om Cognitieve Gedragtherapie aan te bieden, en weten niet dat dit de standaardbehandeling is volgens de internationale richtlijnen. Dat slaap nu zo weinig aandacht krijgt, veroorzaakt veel leed voor patiënten en is ook inefficiënt. We hopen dit met ons onderzoek aan te kunnen tonen. En natuurlijk hopen we vooral dat daardoor uiteindelijk slaapbehandeling beter wordt geïntegreerd in de GGZ.’
Wanneer verwachten jullie de resultaten?
‘Dat is lastig om in te schatten. We zijn momenteel nog op zoek naar deelnemers en zullen daarom in ieder geval het komende 1.5 jaar bezig zijn met het lopende onderzoek. Ik kijk er naar uit om hierna aan de slag gaan met het analyseren en interpreteren van de verzamelde data!’
Geschreven door Susanne de Joode, medisch journalist, in opdracht van de NSWO
23 september 2022