In ziekenhuizen slapen veel patiënten slecht. Terwijl slaap juist zo belangrijk is voor het herstel. Hoe kan het beter? Chronobioloog dr. Laura Kervezee onderzoekt het.
Ziekenhuizen zijn geen slaapvriendelijke omgeving, weet chronobioloog dr. Laura Kervezee. ‘Als mensen in het ziekenhuis hebben gelegen, klagen ze vaak over hun nachtrust. Maar daar is verbazingwekkend weinig aandacht voor.’ Daar brengt Laura verandering in. Zij is medeoprichter en coördinator van het BioClock consortium en doet als assistant professor bij het Leids Universitair Medisch Centrum onderzoek naar de gevolgen van verstoring van de biologische klok op de gezondheid, bijvoorbeeld in nachtdienstwerkers of in patiënten die in het ziekenhuis liggen. Dat levert verrassende inzichten en onderzoeksvragen op: (hoe) kunnen zonnige ramen op het zuiden, minder nachtelijke controles en het ’s nachts staken van sondevoeding ervoor zorgen dat patiënten beter slapen en uiteindelijk sneller herstellen? Maar we beginnen dit interview bij het begin:
Waarom is aandacht voor slaap in ziekenhuizen zo belangrijk?
‘Bij gezonde mensen kan een kleine verstoring van slaap al grote gevolgen hebben. Slecht slapen beïnvloedt bij hen het afweersysteem, de suikerspiegel en de rest van metabolisme en de hormoonhuishouding. Als je ziek bent, of herstellende van een ingreep, is slaap extra belangrijk.’
Waarom slapen mensen zo slecht in ziekenhuizen?
‘Daar zijn veel redenen voor. Je lig in een vreemd bed, kunt pijn hebben of stress, en bovendien raakt de biologische klok ontregeld door het verblijf in het ziekenhuis. De biologische klok is een intern uurwerk dat ervoor zorgt dat we wakker zijn en slaperig worden op de juiste momenten. Naast het slaap-waakritme regelt de biologische klok ook allerlei andere processen in het lichaam. Om zo optimaal mogelijk te kunnen functioneren, heeft de biologische klok Zeitgebers nodig: signalen van buitenaf. Licht en donker, bijvoorbeeld, en ook de tijdstippen waarop we eten. De biologische klok gedijt het beste bij regelmatige en natuurlijke Zeitgebers. Maar die zijn er in een ziekenhuisomgeving vaak niet. Daar is het ook ’s nachts licht en patiënten eten vaak op afwijkende tijdstippen. Dat verstoort de biologische klok en maakt goed slapen lastig. En bovendien kan die verstoring van de biologische klok zélf ook schadelijk zijn voor de gezondheid, dus los van het effect van slecht slapen.’
Hoe schadelijk is die ontregelde klok voor de gezondheid?
‘Het onderzoek daarnaar bij patiënten staat nog in de kinderschoenen. Maar wanneer het licht-donkerpatroon en het voedingsschema uit de pas lopen, leidt dit zelfs in gezonde proefpersonen tot verminderde insuline gevoeligheid, vergelijkbaar met een vroeg stadium van diabetes (1,2). Zulke effecten treden al op na een paar dagen. ‘
Welke veranderingen zijn nodig in ziekenhuizen?
‘Heel belangrijk is een beter gebruik van licht en donker zodat er meer contrast is tussen de dag en de nacht. Wereldwijd zijn veel onderzoekers die zich daarmee bezighouden. In samenwerking met Dr. Jeroen Dudink van de afdeling Neonatologie van het UMC Utrecht en onderzoekers en artsen van het Erasmus MC doen we binnen het BioClock consortium en met een beurs van de Velux Stiftung onderzoek naar het effect van licht-donker cycli op de ontwikkeling van te vroeg geboren baby’s die op de Neonatale Intensive Care Unit liggen. Er is al bekend dat een verbeterd licht-donker contrast bijdraagt aan een snellere gewichtstoename en een sneller ontslag uit het ziekenhuis (3,4). Hoe werkt dat precies, en welk licht-donker schema is optimaal voor deze kwetsbare patiëntenpopulatie? Daar willen we met ons onderzoek meer over te weten komen, zodat dat in ziekenhuizen geïmplementeerd kan worden. Ook op het gebied van de Zeitgeber voeding zijn veranderingen in ziekenhuizen nodig, en ook daar doe ik onderzoek naar.’
Wat onderzoek jij aan voeding en slaap in ziekenhuizen?
‘Als mensen op de IC liggen, krijgen ze vaak voeding toegediend via een maagsonde. Die druppelt de hele dag en nacht door. In gezonde mensen weten we dat dit tegennatuurlijke eetpatroon de biologische klok kan ontregelen (5). Wat ik onderzoek, samen met promovenda Floor Hiemstra en intensivist dr. David van Westerloo, is wat er gebeurt als we de sondevoeding volgens een natuurlijker patroon toedienen, dus overdag meer voeding en ’s nachts juist niets. We verwachten dat daardoor de slaap, het dag/nachtritme en de klinische uitkomsten verbeteren. Denk aan: hoe goed de patiënten de voeding verdragen en het herstel van de patiënten. Dit onderzoek start deze zomer onder 60 mensen en we verwachten volgend jaar de eerste resultaten.‘
Als je in het ziekenhuis ligt, word je vaak ’s nachts wakker gemaakt voor een controle. Dat is ook nogal een slaapverstoorder…
‘Ja, zeker, en ook hier wordt wereldwijd veel onderzoek naar gedaan. In Nederland bijvoorbeeld door de eerdergenoemde neonatoloog dr. Jeroen Dudink, die ook verbonden is aan het BioClock consortium. Hij heeft met zijn team een algoritme ontwikkeld om te kunnen voorspellen of te vroeggeboren baby’s op de Neonatale Intensive Care Unit slapen of niet. Zo’n algoritme zou gebruikt kunnen worden om te kunnen beslissen of een controle of andere klinische handeling nog even kan worden uitgesteld tot het patiëntje weer wakker is (6).
Zelf doe ik onderzoek naar manieren om de biologische klok goed te meten bij volwassen patiënten die in het ziekenhuis liggen. Dat kunnen we in het algemeen doen door naar hormoonspiegels te kijken, zoals melatonine. Hoe kan dat makkelijker? Kunnen we hiervoor bijvoorbeeld ook gebruik maken van gegevens die toch al worden gemeten, zoals hartslag en bloeddruk? Dit onderzoek ik ook samen met promovenda Floor Hiemstra en dr. David van Westerloo van de Intensive Care afdeling van het LUMC. Als we de biologische klok goed kunnen meten, kunnen we op grote schaal, en heel precies, in kaart brengen wat de relatie is tussen verstoring van de biologische klok en het herstel van patiënten. Deze kennis kunnen we vervolgens gebruiken om de effectiviteit van interventies zoals licht/donker cycli en aangepaste voedingspatronen te onderzoeken.’
Wat is al bekend uit onderzoek over het effect en de haalbaarheid van deze verbeteringen?
‘Wereldwijd wordt er steeds meer onderzoek gedaan naar het verbeteren van het contrast tussen dag en nacht in het ziekenhuis, want we weten nog lang niet alles. We hadden het al even over het onderzoek bij te vroeg geboren baby’s. Op de Intensive Care afdeling voor volwassen patiënten is beperkter onderzoek gedaan naar licht-donker en lopen de resultaten meer uiteen (7). Er is bijvoorbeeld onderzoek dat laat zien dat patiënten die in een kamer aan de (zonnige) zuidkant van het ziekenhuis liggen, een hogere overlevingskans hebben dan patiënten die op een kamer op het noorden liggen. Deze studie was retrospectief: achteraf werd gekeken naar de invloed van daglicht. Meer, en beter, onderzoek is nodig om conclusies te kunnen trekken. In een ander, gerandomiseerd, onderzoek is gekeken naar het effect van licht op delier, een soort acute verwarring (8). In het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch werd de ene groep patiënten via speciale lichtbalken blootgesteld aan een groter contrast tussen licht en donker dan de andere groep, die aan standaard ziekenhuis-licht werd blootgesteld. Tussen beide groepen werd geen verschil in de kans op een delier gevonden. Het is de vraag of het contrast tussen licht en donker in dat onderzoek wel groot genoeg was. Ook hier wordt nu, in verschillende landen, verder onderzoek naar gedaan.’
En wat is er al bekend over het effect van voedingsaanpassingen?
‘Daar is nog maar heel weinig onderzoek naar gedaan, wij zijn een van de eerste groepen die zich hiermee bezighouden. Het ligt enorm voor de hand dat we hier een effect van zullen zien, want de afwisseling tussen voeden en vasten is een belangrijk signaal voor de biologische klok. Met de uitkomsten van verdere studies kunnen we onderzoeken of deze maatregelen ook echt gezondheidswinst opleveren.’
Wat kun je nu al zelf doen, stel dat je in het ziekenhuis wordt opgenomen?
‘In eerste instantie is bewustzijn belangrijk; weten dat een ziekenhuisbezoek een groot effect kan hebben op je slaap. Je kan je erop voorbereiden, door van huis een slaapmasker mee te nemen, of oordopjes. Je zou zelfs zover kunnen gaan om aan de verpleging te vragen of ze je ’s nachts of in de vroege ochtend minder storen, maar dat is helaas niet altijd mogelijk.’
En als je in een ziekenhuis werkt, wat kun je dan doen?
‘Ja, goeie vraag. In ziekenhuizen slapen niet alleen patiënten slecht, maar ook een groot deel van de staf die ’s nachts moet werken. Zij zetten daarmee hun eigen gezondheid op het spel. Het zou goed zijn als er meer aandacht zou komen voor nachtdiensten en hoe die zo gezond mogelijk kunnen verlopen. Daar wordt nu ook veel onderzoek aan gedaan binnen het Consortium, onder andere door Dr. Heidi Lammers van der Holst. Gelukkig is er veel wat je zelf kunt doen als nachtdienstwerker.’
Verder lezen: Zeven slaaptips voor nachtwerkers.
Geschreven door Susanne de Joode, medisch journalist, in opdracht van de NSWO
Foto door Bram Belloni voor de Heineken Young Scientist Award 2022
25 mei 2023